Skip to main content

Patser punten

Na een weekendje Italië is het hard nodig, zeker, maar het is niet de hoofdreden. Nee, we fietsen niet om alle pasta, pizza en pinot noir te compenseren. We fietsen om de punten. Geen schildpadpunten, maar patser punten. En dat is andere koek!

Ik kom langzaam op gang en merk al snel dat Luke niet voor niets de racefiets heeft gepakt. De zon schijnt, beetje fris, een prima avond voor een rondje. Hij zet vol aan en ik moet moeite doen om aan te haken. Eenmaal naast hem volg ik zijn tempo, wat volgens Garmin binnen hartslagzone 156 - 172 ligt. Dat is het doel, correctie, Luke z’n doel. 

Volgens Luke is zone 156 - 172 er één die je sloopt, maar om eerlijk te zijn neem ik hem in de eerste minuten niet zo serieus. We gaan hard, maar ik kan dit wel even volhouden. Na 10 minuten hebben we 3,2 punten gescoord en we gaan door naar batch 2. Hmz, het wordt al lastiger. 

Bij batch 3 smokkel ik af en toe door in zijn wiel te hangen. Terwijl ik zijn billen bekijk en zijn kuiten keur, denk ik aan pasta, pizza en de ijsjes in onze vriezer. Batch 4 kenmerkt zich door diverse aansporingen als; ‘doorrijden schat, ik raak uit mijn zone’, ‘ik zei het toch’ en ‘we doen nog een extra lusje, anders ben ik te snel thuis’. Helaas volgt er dus nog een batch 5, die nogal pijn doet, maar waarbij ik me natuurlijk niet laat kennen. 

Fietsen voor de punten is een nieuwe gewaarwording. Het is de omgekeerde wereld. Bij stoplichten moet je doorknallen (in de zone blijven!), tegenwind is je vriend (hartslag gaat gemakkelijk omhoog) en ben je er bijna dan moet je snel iets bedenken om nog ‘even’ 5 kilometer om te rijden (batch afmaken). Praten zit er niet in. Rij je net een lekker tempo, moet je iets harder. En omdat je lijf consolideert, moet je daarna weer een beetje harder. En harder. 

Ik ben blij als we thuis zijn. Strava zegt dat ik 8e aller tijden ben op een bepaald segment, als vrouw. Strava zegt ook dat Luke batch 5 niet mag meetellen. Arme jongen. Patser punten zijn hard werken. Respect.