Skip to main content

It’s all about food

Ja, eten is 'trending topic’ tijdens zo’n fietstripje. Persoonlijk kan ik de hele dag door wel eten. Twee heuveltjes op en ik ben weer leeg. Er is hier gelukkig genoeg en dat is volkomen vanzelfsprekend. De afgelopen dagen hebben me echter aan het denken gezet...

Dinsdag fiets ik lang in de regen langs de super mooie kust aan de Oostzee. Er zijn hier veel campings en het is ietwat toeristischer, maar daardoor voel ik me wel vrijer in de afstanden en hoef ik niet meer zoveel te plannen. Onderweg heb ik leuk contact met de Duitsers, terwijl ik in de hoosbuien tegen een tuinhuisje sta geplakt, onder een bushokje schuil en onderdak zoek in diverse tuintjes.
Op de camping is ’t niet veel soeps. Ik tref een veel te grote, met teveel voorzieningen. Ik hang even in de bar, maar hou ’t al snel voor gezien. Ik voel me een beetje een zonderling tussen alle families, die grote schnitzels en borden gyros bestellen en de helft teruggeven voor de vuilnisbak.

De volgende morgen ben ik dan ook vroeg op pad en fiets de laatste natte 20 kilometers in Duitsland. Bij Puttgarden zoek ik de weg naar de ferry en dat blijkt een klusje. Ik moet in één van de 16 rijen tussen de auto’s op mijn beurt wachten en mag uiteindelijk als allerlaatste de boot op. Ik ben redelijk onder de indruk van wat hier allemaal op gaat. Zelfs de trein kan mee!

Er zijn nog een paar fietsers die de overtocht naar Denemarken maken en ik raak in gesprek met Eric. Deze Duitser praat voor de verandering goed Engels en dat maakt het communiceren een stuk gemakkelijker. Terwijl ik hem de helft van mijn bruine broodje kaas/avocado/tomaat (en een beetje zout/peper) aanbied, hebben we het over onze vakanties en over werk. Het klikt wel en hij vraagt of we een stukje samen kunnen fietsen. Hij gaat namelijk ook richting Kopenhagen. Mij best, gezellig!

Die middag is het zowaar een soort van droog en met windkracht 8 in de rug doen we nog even 100 km over kaarsrechte wegen en ellenlange bruggen in precies de goede richting. We rijden langs enorme velden graan, koren en ander soort landbouw en hebben serieuze gesprekken. Onderwerp: how to feed the world and sustain the planet? Dat klinkt zwaar, en dat is het ook.

Ik heb een artikel gelezen dat me aan het denken heeft gezet, maar hij is degene die het onderwerp aansnijdt. Al die velden met graan zien er prachtig uit, als een gele zee, die deint op de wind, maar wat we niet beseffen is dat landbouw een van de grootste bedreigingen is voor het milieu. Natuurlijk, we weten dat auto’s slecht zijn, dat we ook voor andere zaken veel te veel energie verbruiken. Maar dat landbouw (en indirect ook veeteelt) zó zijn tol eist, daar sta je niet bij stil.
Waarom? Er wordt veel tropisch regenwoud voor gekapt, we transporteren het over heel de wereld en er is veel schoon, zoet water nodig om aan onze vraag naar voedsel te voldoen. Bovendien is de verwachting dat deze vraag binnen nu en 50 jaar zal verdubbelen(!). Het aantal mensen op aarde neemt toe, maar ook zijn er steeds meer mensen met een hoger inkomen, die grote borden gyros en schnitzels wegwerken/weggooien.

Mijn tijdschrift geeft wel een oplossing, maar die is best ambitieus. We kunnen de landbouw bijvoorbeeld een stuk efficiënter maken, in plaats van de gebieden uit te breiden. Maar we moeten ook eens kritisch kijken naar onze veeteelt. Een koe die leeft van mais en graan, eet namelijk 10 keer meer potentieel voedsel voor mensen, dan we er uiteindelijk uithalen aan vlees. En dan gaat het niet over één koe natuurlijk, maar over gigantische aantallen.

Maar goed, met het hele verhaal zal ik je niet vermoeien. Onze conclusie was dat mensen (en ook de politiek) veel te veel bezig zijn met hun eigen gewin en niet met wat de wereld voor iederéén beter maakt.
(Jaja Siep, ik word een hippie.)

Om 19.00u stappen we pas af. Door al dat gepraat over eten hebben we honger gekregen. Onder het genot van een biertje maken we pasta in de campingkeuken. Ik heb een dejavu als ik zijn saus zie en bied aan om de mijne te maken met verse groenten, noten en natuurlijk basilicum. (Die doet het nog steeds prima in de alleshouder op mijn fiets.) Hij stemt meteen in.
Ik heb ook nog tomaat en mozzarella gescoord onderweg, dus het wordt een luxe maaltje. We eten in de campingwoonkamer, samen met de andere fietsers. Hier is eten ook vanzelfsprekend, maar er wordt in ieder geval met volle teugen van genoten. Bovendien is elke pan tot op de bodem leeg.  

Het is een relaxte, gezellige avond en we lachen ook nog ;).