Skip to main content

Zit ’t ‘m in de kleine dingen?

Dat vroeg ik me dus af, toen ik vanmorgen een heel groot stuk taart zat weg te werken. Ondertussen kwam het met bakken uit de hemel. Wel echt fijn dat je dan binnen zit, op tijd, met thee en taart. In al mijn geluk stelde ik de retorische vraag of ik even wat stroom mocht gebruiken voor mijn laptop. Zo van, als ik ’t vraag vind je mij beleefd en als je nou gewoon ja zegt, vind ik jou hartstikke aardig. De beste jongen zei nee. Nee? Nee! Oké, doe ik het lekker toch. Puh! Ondertussen zie ik ook dat mijn was nog achterop de fiets zit. Hmz…

Vandaag vallen er nogal wat buitjes, net als gisteren trouwens. Maar ik kan er aardig omheen fietsen. Het ene (droge) moment word ik opgenomen in een groepje racefietsers, die me wat beschutting bieden tegen de volle tegenwind op een dijk. Het andere (natte) moment sprint ik samen met een Oostenrijker naar de dichtst bijzijnde schuilhut.
Weer een uurtje later sta ik onder een afdak te schuilen. Een jonge vrouw sprint naar haar auto en gebaart dat daar schuilen prima is. (Ja duh, ik ga hier echt niet weg hoor.) We wisselen wat beleefdheden uit en dan vraagt ze of ik thee wil, ow nee, of ik naar de wc wil. Ah, nee, dat niet…

Gisteren pluk ik (op een droog moment) verse kersen uit een boom op een boerencamping, die ik deel met de 3 fietsers waar ik al een paar dagen mee optrek. Diezelfde (natte) avond knip ik met toestemming een stukje uit de mooie kaart die het ‘elektrische’ echtpaar heeft meegenomen uit Nederland. Ze staan erop dat ik mijn ontbrekende deel zou aanvullen. En aangezien ze ook uit Delft komen, moet ik het stukje kaart na mijn vakantie persoonlijk weer in het geheel komen plakken. Deal!

Vandaag zie ik tussen de buien door dan ein-de-lijk bergen (nou ja, heuvels, nou ja, glooiingen) en drink ik onder een afdakje een biertje (een ‘normale’ halve liter) met wat Duitse studenten. Deze fijne buren helpen me in de stromende regen bij het opzetten van mijn tent. Wel een beetje van de regen in de drup of van de wal in de plas, maar hij staat hoor. En omdat de kleine dingen ook wel eens tegenzitten, eet ik, onder het afdak van het toiletgebouw, sla met ongebakken aardappeltjes en lauwe vegaballetjes, omdat het gasblikje op is. Top!
Momenteel hoor ik ze overigens in het Duits over mij en mijn basilicum plant praten, hehe.

’t zijn misschien de kleine dingen, maar op z’n tijd heb ik toch liever iets groots hoor. Een groot zonnetje, een grote berg en een groter gasblikje, ofzo…