Skip to main content

Chaos

We fietsen over de meest mooie weg ooit. Stel je voor, rechts ligt de zee met daarin een paar kleine eilandjes. De zon schijnt, de zee is donkerblauw en kleurt lichter bij de kust. Aan de horizon loopt hij over in de blauwe lucht.  Er zijn hier en daar wat kiezelstrandjes, maar veelal zijn er rotsen en loopt de weg hoog boven het water. Links zijn er bergen. De weg is uitgegraven en de rotsen zijn stijl. Ze hebben de kleur van mergel vermengt met verschillende tinten grijs. We klimmen naar zo'n 300 meter. Prachtig uitzicht. We gaan even landinwaarts, passeren een authentiek Turks dorpje (Uçmakdere) en draaien dan weer naar de zee toe. We zijn bijna bij de top en het wordt iets vlakker, maar we gaan de bocht om en zien een grote grijze wolk komen van achter de bergen.

Het begint ook wat te waaien. We rijden nog twee bochten door en binnen een kwartier stormt het. We worden omhoog geblazen, met de wind in de rug, maar bij de volgende bocht moet ik lopen en wordt mijn voorwiel door de wind omhoog gerukt. Ik wil naar het midden van de weg, want rechts is de afgrond. Redelijk beangstigend dit. De wind is verraderlijk, geeft rukken en bij iedere bocht is hij anders. Hij suist door de bergen. We worstelen ons naar een paar huisjes langs de weg. Leggen onze fietsen in een steeg en bij de eerste druppels gaan we bij een taverna naar binnen, of dat denken we eigenlijk. Binnen staan geen tafeltjes, alleen buiten. Een man komt ons begroeten vanuit een soort kantoortje. Hij spreekt alleen Turks, maar hij begrijpt dat we even willen schuilen, geen probleem. En dus zitten we netjes op de bankjes voor zijn bureau. Hij kan alleen niks doen, gebaart hij, want door de wind is de stroom uitgevallen. Dat valt nu pas op. De lichten zijn uit en zijn computer doet het niet. En dus wachten we. Luke drinkt koffie en probeert wat met de man te communiceren via z'n telefoon. Ik voel me redelijk ongemakkelijk bij de situatie, maar speel wat met Sky, het piepjonge hondje. Sky heet Sky omdat dit een club is voor paragliders. Vandaag waait het alleen te hard en zijn ze gesloten. Begrijpelijk. Na een klein halfuurtje nemen we afscheid en proberen we het opnieuw. Het is droog, maar de lucht is nog steeds dreigend en de wind nog hard. Gelukkig kunnen we nu grotendeels afdalen. We komen heelhuids, maar enigszins trillerig beneden aan. In het dorp krijgen we thee van oude mannen. De laatste 13 km naar Tekirdag gaan moeizaam. Ik ben leeg. Gelukkig woont onze host bovenaan de berg, heel fijn ;). Maar Sahmet ontvangt ons vriendelijk en na een douche en een echte Turkse maaltijd voel ik me stukken beter.

De volgende dag is het stralend weer. We vertrekken al om 8.00u want Sahmet moet gewoon werken. De eerder zo rustige D100 wordt steeds drukker richting Istanbul en op een gegeven moment rijden we op een soort snelweg. De vluchtstrook is breed, maar bij op- en afritten komen de auto's met 100 km per uur vlak langs ons. We overwegen een hotel en een taxi richting Istanbul, maar dat doen we niet. Luke heeft een route bedacht boven Istanbul langs naar de Bosporus en dat betekent dat we nog een paar kilometer moeten doorzetten en dan een rustigere weg op kunnen. Eenmaal op die weg waan je je op het platte land, terwijl het hier een jungle is van steden en wegen. Het is er lekker rustig. We brengen een koud nachtje door op de laatste camping voor Istanbul. De Turkse camping overstijgt al onze verwachtingen. We beseffen dat deze rust er de komende dagen niet meer in gaat zitten...

De volgende morgen genieten we daarom extra van de kilometers over kleine weggetjes. De rest van de dag is het druk. We rijden over drukke wegen, in drukke steden en mijn hoofd raakt vol van alle mensen, werkzaamheden, honden, auto's, getoeter, lawaai, aaaargh... Chaos!!! We nemen nog kleinere wegen waar mogelijk. We rijden door de stoffige stad Arnavutkoy, waar ze overal aan het breken en bouwen zijn. Op de weg de stad uit worden we ingehaald door minimaal 30 witte vrachtauto's met zo'n grote gele laadbak achterop voor zand en puin. Ze maken een herrie! En allemaal moeten ze toeteren. Dat is misschien aardig bedoeld, maar we vallen iedere keer bijna van onze fietsen. Dan ineens zien we waar deze bakbeesten heen gaan. Ik moet lachen, als een boer met kiespijn. Dit MEEN je niet!

De rustige weg die wij hebben bedacht loopt langs een berg omhoog en dus zien we al van verre dat er grof geschat 100? Misschien 200? Van die zandauto's in de file staan de berg op. Zo ver als we kunnen kijken. Waar gaan ze heen? We hebben geen keus en halen ze voorzichtig in. Alle motoren draaien terwijl ze stilstaan en er komen ook van die bakbeesten in tegengestelde richting. Al het andere verkeer moet langs deze file zien te komen. Veel chauffeurs zwaaien en toeteren enthousiast naar ons, maar wij worden gek! Bijna op de top is er een splitsing. Wij gaan links, zij gaan rechts. Volgens Luke wordt hier een nieuw vliegveld gebouwd en we besluiten dat dat wel een hele dure zal worden. Wat een inefficient gekkenhuis! We modderen nog een half uurtje door, langs de afgravingen, over vluchtstroken. En dan is er stilte. Yeeeees, denk ik alleen maar. Yeeeees! Pfew...

Het laatste stuk tot de buitenwijk Sariyer is prima. Niet rustig maar prima. Ons hostel is ook prima en eenmaal in bed verwonderen we ons allebei. Ik dat ik nog leef. Luke dat het bed minstens even hard is als zijn matje. Maar HEY, chaos of niet, we zijn in Istanbul!!!