Skip to main content

Fietsolofisch 

Stel dat je als een vogel boven jezelf kon vliegen. Je weet wel, als zo’n drone-achtige. (Lijkt me tof.) Dan zou ik gisteren een auberginekleurig stipje zien, op een ijsgroene Santos, rustig peddelend tussen honderd duizenden krioelende, andere gekleurde stipjes. Rùstig peddelend…

Het is vrijdagmiddag, rond 16.00u en het is vroege spits. Niet dat ik daar zelf in zit, want ik bevind me in een andere tijdzone. Noem het me-time (ieuw), noem het free-time, op deze vrijdag leef ik in een andere versnelling. Althans, dat probeer ik.  

Waar ik 's ochtends nog om 6.15 klaarwakker ben, gaat het gedurende de dag steeds beter. Mezelf omdraaien, nog een keer omdraaien, omdraaien, omdraaien, omdraaien, omdraaien en dan rustig ontbijten met een boek erbij. Daarna maak ik een plan, bedenk ik een doel, om daar dan zonder enige vorm van efficiëntie heen te gaan. 

Twee bouwmarkten staan op het programma, met de fiets. Ik weet dat fiets & bouwmarkt niet per se een logische combinatie vormt, maar in mijn tijd-zone mag dat, fietsend op zoek naar tegels. 

Bouwmarkt 1 gaat bijzonder snel. Ik word doorgestuurd naar 1b, een paar kilometer verderop. Ik denk te weten waar het is en ga met de beschrijving van de verkoper in mijn hoofd op pad. De vogel (of drone) ziet op dit moment een ronddwalend figuurtje, her en der stoppend, omkerend en om zich heen kijkend. Ik kijk hem vanaf beneden indringend aan. Hij vliegt de andere kant op. 

Om 16u is hij terug, de vogel (of drone). Ik heb inmiddels 2,5 uur gespendeerd in bouwmarkt 2 en probeer nu voor de deur 2 grote kamerplanten in mijn fietstassen te krijgen. Kamerplanten? Ja kamerplanten. (De 10 dozen tegels moesten gelukkig op bestelling.)

Met een geluidsdichte waas om me heen fiets ik terug. Er staat al 27 km op de teller en ik fiets over een kronkelend weggetje met oude tuindershuizen. Links en rechts scharrelen eenden en kippetjes. De vogel (of drone) zweeft mee.

Na de tuindersweg krioelt het. Om me heen zijn de poppetjes aan het versnellen, inhalen, remmen, bijsturen, stoppen, toeteren, ontwijken. Ik laat iedereen voor, lach vriendelijk en neem het zooitje eens in me op. Ik hang erboven, ik ben de vogel (of drone). 

Bij de supermarkt land ik. Ik laat de planten in mijn tas, alsof we niet in de stad zijn. Ik laat haastige moeders voorgaan in de rij. Haal een loempiaatje, die ik rustig op een bankje opeet... tot ik me ineens besef dat ik vriezer-spullen heb gekocht! Als een malle fiets ik het laatste stuk naar huis. 

De vogel (of drone) kijkt het eens aan. Wát een wereld hè.

 

Wat hierboven davert heeft geen weet van stilte in de sloot eronder... (oid)

Deze werden het niet

Toevallige mooie kleurencombinatie