Skip to main content

Midden op de Afrikaanse Savanne word ik achterna gezeten door twee hijgende jaguars. Ze zitten op mijn hielen. De uitgestrekte grasvlakte verruilt zich voor zand, mul zand. Ik zie dat Luke zo’n 20 meter voor me rijdt en uitloopt, of uitfietst eigenlijk. We doorkruisen de Sahara en ik maak bocht na bocht, maar de jaguars blijven me volgen. Ik voel me opgejaagd. Hou ik niet van.

Dit weekend is fiets-weekend. Hup, mountainbikes in de trein, op naar Schin op Geul (zeg Zgin op Geul met zachte g’s). We mogen spelen in het bos van Zuid-Limburg. Op een kleine camping hebben we een trekkershutje gehuurd. Meestal gaat de tent mee, maar de voorspellingen beloven nog koude nachten. Een goede reden om eens zo’n hutje te proberen.

De bel gaat. Ik ben aan het koken en vraag me af waarom Luke niet even van de bank af komt. Toch maak ik mijn handen schoon en loop naar de deur. In de gang zie ik geen silhouet en als ik de deur open doe zie ik alleen… een gi-gan-tisch cadeau!